Vraagt u zich wel eens af wat dat nu weer voor een wilde plant of onkruid is, in de tuin of de berm of ergens tussen het gras in het park in Nieuwegein? Of wat dat voor een paddenstoel is? Of wat daar nu weer kruipt of vliegt, soms zelfs in huis?
De Nieuwegeinse natuurliefhebber Udo Tenge beschrijft iedere week een plantje, zwammetje of beestje dat u ergens kunt tegenkomen. Ook heeft hij een eigen website. Vraagt u zich wel eens af wat dat nu weer voor een wilde plant of onkruid is, in de tuin of de berm of ergens tussen het gras in het park in Nieuwegein? Of wat dat voor een paddenstoel is? Of wat daar nu weer kruipt of vliegt, soms zelfs in huis?
‘Daar gaan we weer, deze keer over de schijngrassen. Er valt ontzettend veel te vertellen over deze planten, dus ik heb mij zoveel mogelijk ingehouden’ aldus Udo.
Udo: ‘Schijngrassen of cypergrassen zijn meestal op grassen gelijkende planten die langs het water of in de wat diepere plassen groeien. In Nieuwegein zijn er drie inheemse families en één enkele, uit Amerika afkomstige cypergrassoort, het Bleek cypergras. Dat zijn de “wilde” schijngrassen maar in tuinen en plantsoenen zijn ook uitheemse soorten te vinden.’
‘Het geslacht zegge is in Nieuwgein het meest voorkomende cypergras. De bloeiwijze is een aar, met zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen die nauwelijks als bloemen zijn te herkennen. De bladeren doen aan gras denken en de soorten kunnen vooral herkent worden aan de aren. De “tuinzeggen” vormen pollen met soms tweekleurig blad.’
‘De “russen” vormen grote pollen met ronde in een punt eindigende bladeren die gelijktijdig stengels zijn. Het meest algemeen is de groen gekleurde pitrus met stengels van zo’n 50 cm tot bijna 2 meter hoog. Pitrus werd vroeger gebruikt voor het vlechten van mandjes, doosjes, kommetjes e.d. De russen zijn de mooiste schijngrassen. Zij bloeien met fraaie bloemetjes aan slootranden maar ook langs paden of met stenen geplaveide wegen of op braakliggende, vochtige velden.’